Aangezichtspijn is een verzamelterm voor diverse aandoeningen, die zich voordoen in het gezicht. Voor sommige van deze aandoeningen is de diagnose en behandeling relatief eenvoudig. Voor andere aandoeningen kan de diagnostiek soms lang duren. De reden hiervoor is dat sommige aandoeningen erg zeldzaam zijn. Een patiënt zal met aangezichtspijn meestal eerst een huisarts of tandarts bezoeken. Zo nodig zullen zij weer doorverwijzen naar een specialist. Goed overleg en samenwerking tussen de zorgverleners zijn een eerste vereiste om te komen tot de juiste diagnose en behandeling.
Er is in 2013 een multidisciplinaire richtlijn “chronische aangezichtspijn” opgesteld zodat de vele hulpverleners die bij aangezichtspijn betrokken zijn, zo adequaat mogelijk kunnen handelen. De volgende specialisten kunnen betrokken zijn bij de behandeling van aangezichtspijn: neuroloog, KNO arts, tandarts of kaakchirurg, pijnspecialist, soms ook een psycholoog. Komt er een aandoening in het kaakgewricht naar voren dan kunnen ook een of MKA-chirurg, tandarts-gnatoloog of orofaciaal fysiotherapeut betrokken worden.
Er zijn twee vormen van aangezichtspijn te onderscheiden
Bij typische aangezichtspijn is er een duidelijke oorzaak van de pijn aan te geven. Bijvoorbeeld een aandoening van tand of kies of een irritatie van de aangezichtszenuw door druk. Deze aandoening van de aangezichtszenuw heet trigeminus neuralgie.
Daarnaast is er atypische aangezichtspijn; de oorzaak van de pijn is dan niet duidelijk. De meest voorkomende oorzaken van aangezichtspijn zijn gelegen in de mondholte (tanden en kiezen, ontstekingen van het bot of tandvleesproblemen, slijmvliezen of tong). Een tandarts behandelt deze klachten en hij kan doorsturen als dit nodig mocht zijn naar bijvoorbeeld een kaakspecialist. Er kan sprake zijn van druk op de zenuw zoals bij de genoemde trigeminusneuralgie. Er zijn echter aandoeningen die soortgelijke klachten kunnen geven, zoals aandoeningen van het gebit en de neusbijholten. Voor deze klachten overlegt u met uw arts wat de aangewezen behandeling zal zijn. Als de diagnose trigeminus neuralgie is gesteld, dan worden meestal eerst medicijnen voorgeschreven.
Ook kunnen er stoornissen aanwezig zijn van het kaakgewricht. Deze laatste klacht wordt ook TMD genoemd: temporomandibulaire dysfunctie. Het betekent dat het kaakcomplex (spieren en gewrichten) niet goed functioneert. De klachten kunnen erg verwarrend zijn.
Dat komt omdat de pijn die zich bijvoorbeeld voordoet als kiespijn, op een andere plek zijn oorzaak vindt (bijvoorbeeld een kauwspier zou de oorzaak kunnen zijn van tandpijn). Samenwerking met de tandarts is dan nodig. Hij moet eerst uitsluiten dat tanden en kiezen de oorzaak van deze pijn zijn.
De meest voorkomende verschijnselen bij TMD zijn: diep zeurende of brandende pijn in het aangezicht, de kauwspieren of het kaakgewricht, hoofdpijn of oorpijn. De pijn duurt langer dan een paar minuten (continu aanwezig of uren lang) en kan aan één of beide kanten van het gezicht aanwezig zijn. Ook kunnen de kauwspieren te sterk zijn of de mondopening te klein. Soms zijn er knappende of schurende geluiden vanuit het kaakgewricht. TMD pijn wordt meestal niet erger in de loop van de tijd en blijft wel draaglijk. De pijn kan erger worden bij bijv. eten of gapen.
Oorzaken van TMD zijn overbelasting door verkeerde mondgewoontes (bijv. het hard op elkaar klemmen van de tanden), verwondingen in het aangezicht, algemene aandoeningen (bijv. reuma) en erfelijke factoren. Vooral bij chronische patiënten kunnen ook psychosociale factoren een rol spelen en komen vaak andere aandoeningen voor (zoals nekpijn en rugpijn). Als u behandeld wordt wegens TMD, zijn uitleg en advies belangrijk. Orofaciale fysiotherapie kan dan ingezet worden en soms ook aanvullende behandelingen zoals een splint (opbeetplaat) of medicatie. Operatieve ingrepen zijn zelden nodig.
De orofaciaal fysiotherapeut kan bewegings- of ontspanningsoefeningen en biofeedback toepassen bij TMD-pijn. Ook kan duidelijke uitleg over verkeerde mondgewoonten een positief effect hebben.